Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En [59]onder haar rand waren [60]knoppen, dezelve rondom omsingelende, [61]tien in een el, omringende die zee rondom; twee rijen dezer knoppen waren in [62]haar gieting gegoten. 59. Te weten, aan de buitenzijde dezer gegoten zee. 60. Het Hebreeuwse woord betekent eigenlijk kolokwinthen, of wilde kouwoerden, of de figuren en afbeeldingen derzelve gelijk boven, hfdst.6 vs.18, en 2 Kon.4:39; maar het schijnt dat het in het algemeen ook betekent allerlei figuren van loof, bloemen, vruchten en beesten, tot versiering ergens op of in gewrocht. Want 2 Kron.4:3 wordt tot breder verklaring dezer plaats gesteld de gelijkenis, of beeltenissen van ossen. 61. De zin is, dat in ieder kubiet, of el, geweest zijn tien knoppen. En alzo nu in vs.23 gezegd is dat een rij dezer knoppen dertig ellen in haar omgang had, zo volgt dat het getal der knoppen in een rij geweest is driehonderd, en in de twee tezamen zeshonderd. 62. Te weten, der zee. Want zij waren niet gesneden of gegraveerd aan deze koperen zee, maar tezamen met dezelve gegoten. Alzo 2 Kon.4:3.